Labuan Bajo – Bima (Sumbawa)







Zaterdag, 8 augustus 2009

Van:Labuan Bajo Naar: Bima (Sumbawa)
ODO: 257km Dag: 15,16km Avg: 17,30km/h Temp: 34 0C
Max Climb:11% Avg Climb:2% Max Alti: 1164m Tot Alti:2852m

De wekker gaat om 6 uur. Halverwege het douchen houdt het water op. Het gewaarschuwde hotelpersoneel heeft geen oplossing. Na het inslaan van wat extra water voor onderweg, ben ik om 7 uur bij het kantoor van de veerdienst naar Sape. De overtocht, inclusief fiets, kost omgerekend 5 euro. Het is prachtig weer, de lucht is helder en de zee is vlak. Ik ben als een van de eersten aan boord en parkeer m’n fiets op het benedendek waar ook alle vrachtwagens, busjes en dergelijke worden geparkeerd. Ook alle losse vracht wordt wordt hier verstouwd. Met m’n bagage klim ik naar het passiegersdek en zoek een plek op een plastic stoel onder een afdak dat beschermt tegen de zon. Ik zit vlak bij een van de uiteinden van het schip en heb een goed uitzicht over zee. Verder zijn er winkeltjes waar je eten en snacks kunt kopen. Er is ook een binnenruimte met banken voor een groot tv-scherm. Ik kies echter voor een plek in de buitenlucht. Tijdens het laden is goed de drukte van het komen en gaan van de vele kleine bootjes in de haven. Veel van die bootjes zitten bomvol met mensen die kennelijk uit de omgeving naar Labuan Bajo komen. Ook zijn er de nodige speedboats en luxe yachten die cruises verzorgen of duikers naar een duikgebied brengen. In tegenstelling tot de vele verhalen over de slechte staat van de veerboten in Indonesië, ook deze modern en solide. In ieder geval zit alles goed onder de verf. Om negen uur, een uur later dan aangekondigd, geeft de scheepshoorn signaal en vertrekken we. We passeren Komodo noordelijk. De zee blijft spiegelglad. Er zijn geen vissen of vogels te bekennen. Een medepassagier Haris, die als toeristengids werkt en die ik eerder onderweg heb ontmoet, haalt een zakje padangrijst met vis voor me. Hij weigert mij te laten betalen. Rond half vier ’s middags komt Sape in zicht. We passeren een klein eilandje waarvan Haris me vertelt dat de bewoners hier zwaluwnesten kweken die voor veel geld naar China worden geëxporteerd en die een belangrijke bron van inkomsten voor Sumbawa zijn. Mijn gids zegt dat het geen probleem is om op de fiets nog voor het donker in Bima te zijn, 46 km verderop. Zijn uitleg over de vlakke weg en slechts één gematigde klim doen me vol goede moed op de fiets stappen. Het eerste stuk gaat het inderdaad rap. Ik passeer zelfs met ruime snelheid de paardenwagentjes (Ben Hur genaamd). Na een uur fietsen en weer een paar klimmen stop ik bij een winkeltje om water te kopen. Op mijn verzoek krijg ik een groot glas thee. Het beeld dat de eigenaar van het winkeltje schetst van de weg wijkt erg af van dat van Haris. Er zou minstens 10 km geklommen moeten worden en bovendien zou ik Bima niet voor het donker bereiken. De eigenaar waarschuwt met dat het onderweg gevaarlijk is en dat de politie helemaal niets doet. Omdat het ondertussen half vijf is geworden besluiten we dat het beter is het restant toch maar per bus af te leggen. Na enig wachten is er een bus die ons kan meenemen. De klim naar Bima blijkt inderdaad veel steiler en langer dan aanvankelijk gedacht. Bima had ik nooit voor het donker gehaald en er zijn onderweg geen andere overnachtingsmogelijkheden. Het is tegen 7 uur en donker als ik in hotel La’mbitu incheck. Ik heb Haris, die in Bima woont, uitgenodigd met mij te eten. In een restaurant om de hoek eten we allebei een chicken curry -die echter niet lijkt op curry, omdat er geen kruiden in zitten- en drinken een glas versgeperst ananassap.

Een terugblik op Flores

De Lonely Planet Indonesia (2006) zegt over fietsen op Flores:

“Cycling on volcanic Flores or mountainous Timor requires Tour de France levels of endurance, though some riders do travel across both islands using busses to get their bikes up the steepest inclines and freewheeling downhill”.

De beschrijving geeft precies weer hoe ik het fietsen hier heb ervaren. Van de totale afstand tussen Maumere en Labuan Bajo van 528km heb ik nog niet de helft, zo’n 240 km per fiets afgelegd. Het landschap is erg groen. de weg is over het algemeen erg goed (aan de slechte stukjes, meestal minder dan 100m, wordt gewerkt). De mensen zijn overal vriendelijk. In de toeristische plaatsen zoals Moni (Kelimutu vulkaan) en Labuan Bajo treedt het commerciële aspect van alle contacten op sterk op de voorgrond.
Geld en prijzen
Geld pinnen was nergens een probleem. Hoewel de kamerpijzen zich in de bandbreedte van 150-250.000rp bewegen, is de kwaliteit niet altijd in overeenstemming met de gevraagde prijs. Er zijn niet altijd lakens/handdoeken beschikbaar. Het beloofde warm water is ook niet altijd beschikbaar.
Het eten is erg goedkoop. Een fles Bintang (0,62liter) kost op Flores 25.000rp. Een maaltijd kost 25.000rp of zoveel meer als je zelf wilt.
Telefonie en Internet
De dekking van het gsm netwerk is overal goed. Ik gebruik een prepaid kaart van Telkomsel (Simpati kaart) die met kraskaarten kan worden bijgevuld. Ik gebruik een least-cost-carrier nummer dat begint met 01019. Een gesprek van 10 minuten met Nederland kost circa 40.000rp, 3 euro. Je telefoneert dan wel via internet. Hetgeen betekent dat er 2 seconden vertraging zit tussen het spreken en het moment dat het gesprokene door de ontvanger wordt gehoord. Je moet us eigenlijk na iedere zin steeds ‘over’ zeggen als singaal dat de ander kan spreken. Ik heb ook een bedrag aan mobiel internet op mijn gsm laten zetten. Maar het is me tot nu toe, ook niet met hulp, gelukt hier gebruik van te maken.