Empang – Sumbawa Besar

Donderdag, 13 augustus 2009

Van: Empang Naar: Sumbawa Besar
ODO: 478km Dag: 62,18km Avg: 17,20km/h Temp: 38 0C
Max Climb:27% Avg Climb:2% Max Alti: 1164m Tot Alti:4350m

Vanmorgen om 4.00 uur gewerkt door hevige diarrhee. Iets in het avondeten gisteravond? Wie zal ’t zeggen? Wel vervelend want de etappe van vandaag is 97 km. Wel over een meest vlakke weg. De weg blijkt echter in zeer slechte staat, slechter dan ik tot nu heb meegemaakt. Het grove asfalt en het steeds moeten ontwijken van de talrijke kuilen drukken het gemiddelde tempo aanzienlijk. Ik heb de indruk dat de weg tussen desa’s iets beter is dan in de desa zelf. Ik vraag me af of de desa’s zelf voor het onderhoud van hun eigen stuk weg moeten opdraaien. Als dat zo is, dan is het niet verwonderlijk. Er staan aanzienlijk meer moskeeën in de nieuwbouwsteigers, dan dat je werkers aan de weg bezig ziet. Dat was in Flores wel anders (en gunstiger). Ik stop om de 15km om uit te rusten en wat de drinken. De laatste tijd is dat steeds vaker een blikje Pocari Sweat, een isotone sportdrank. Omdatmhet hier nog steeds malariagebied is, fiets ik in vol ornaat. Lange broek en hemd met lange mouwen. Hemd en broek lopen daardoor vol met zweet en vormen hierdoor een soort van ‘wetsuit’ dat door z’n isolerende werking voorkomt dat ik voldoende afkoel. Als ik bij de tweede stop bij een eethuis stop om te ontbijten, blijkt m’n kleding volledig doorweekt en kan ik van de nasi geen hap naar binnen krijgen. Daarom de wetsuit verwisseld door m’n Dam-tot-Damloop Nike hardloopshirt. Ook rits ik de pijpen van m’n fietsbroek af. Dat voelt een stuk angenamer, maar nu staan armen en benen bloor aan de felle zon. Het is intussen 38C geworden. Dit deel van Sumbawa is opvallend dor en droog en op weg is er praktisch geen schaduw. De inspanning begint z’n effecten te tonen. Het voordurende geroep ‘Hello Mister’ begint steeds meer provocerend en minder oprecht en vriendelijk te klinken. In ieder geval heb ik steeds minder de neiging om enthousiast te reageren. Zekerals ik net een heuvel aan het beklimmen ben of de nodige kuilen in de weg moet vermijden. Na een derde stop op 52km en het eten van een gekookte maïskolf wordt het tijd om maar eens naar de bus te informeren. Volgens de mensen bij het winkeltje moet die er zo aankomen (nanti). Overigens is er nog een minder prettig aspect aan het uitrusten bij winkeltjes onderweg. Zonder uitzondering staat buiten de winkel een rek met rijen literflessen gevuld met benzine en afgestopt met een stuk stop. Een batterij Molotov-cocktails zou je kunnen zeggen. het zou me niets verbazen als er af en toe een winkel in de lucht vliegt, want de nabiujheid van benzine(damp) weerhoudt de aanwezigen ervan stevig te roken. In ieder geval zit je als fietser in de stank van benzine. Buiten het winkeltje ontstaat een hevige ruzie tussen een jongen vrouw en een of meer van de aanwezig mannen. Ik kan het geschreeuw niet zou goed volgen, maar als het woord ‘bier’ valt neem ik aandat het huishoudgeld hieraan wordt besteed. Het wachten begint echter lang te duren en ik voel me intussen voldoende opgeknapt om nog weer een stuk op de fiets te wagen. Als ik echter op 57km een bus kan aanhouden, gaat de rest van het traject weer per bus. Regelmatig word ik als de bus door een kuil gaat vanaf mijn zitplaats gelanceerd. Om de een of andere reden krijg ik steeds een plek op de achterse zitbank.

Hoewel het restant van de rit nog maar 40km is, voelt de rit alsof de afgelegde afstand twee keer zo lang is. Rond het middaguur bereiken we de centrale busterminal van Sumbawa Besar. Vandaar is het 5km fietsen naar het centrum waar ik voor twee dagen mijn intrek in hotel Tambora neem.Ik wil even aanzien hoe de situatie met de ingewanden zich ontwikkelt.