Bima – Dompu






Zondag, 9 augustus 2009

Van:Bima S8.4532E118.7254 Naar: Dompu
ODO: 320km Dag: 62,86km Avg: 15,90km/h Temp: 34 0C
Max Climb:8% Avg Climb:3% Max Alti: 1164m Tot Alti:2852m

Vanmorgen om even voor half zes opgestaan, gedouched en de fietsspullen ingepakt. Het voor 6 uur bestelde ontbijt arriveert om half zeven. Het gebakken ei tussen twee boterhammen en een derde boterham met jam gaat er goed in. Ik heb er zin in. Vanaf vandaag volg ik het routeboekje van AWOL (zij het in tegengestelde richting) en dat geeft altijd zich op wat de fietser zo’n beetje te wachten staat. Bima ligt aan een binnenzee en om deze, gedeeltelijk opgedroogde, zee slingert zich een relatief goede en vlakke weg naar Dompu, 62 km verderop. In het opgedroogde deel van de binnenzee doet men aan zoutwinning. Ik passeer vele dorpjes en word overal toegeroepen. Bij m’n eerste stop na een uur fietsen herhaalt zich het gebruikelijke ritueel. Alleen is in dit geval bijzonder dat ik wel voor de koffie moet betalen. Bij een volgende stop tegenover een school komen de leraren een praatje met me maken. Hij geeft engelse les en de klassengrootte is 10 leerlingen. Wat me opvalt is dat de leraren met commando’s op een fluitje de gang van zaken bepalen. Als ik richting Dompu klim, zie ik onderweg loslopende aapjes. Die maken zich echter uit de voeten, zodra de fiets er aan komt. In de verschillende dorpjes wordt het plaatselijke vervoer verzorgd door paardenwagentjes, de Ben Hur’s. Zo te zien heeft Indonesië een vervoersinfrastructuur waar Amsterdam nog van kan leren. Buiten het centrum van de wat grotere steden zijn centrale busterminals ingericht. Dit zijn de vertrek- en eindpunten voor al het interlokale vervoer. Het kleinschalige en fijnmazige vervoer van en naar de dorpjes wordt verzorgd door de Bemo’s (minibusjes) en zoals hier, de paardenwagentjes. Daarnaast bieden veelal jongeren vervoer achterop hun brommer aan. Een ander opvallend punt is dat je nergens meer de gewone gloeilampen ziet. Het lijkt wel of iedereen (gratis aktie?) is overgeschakeld op spaarlampen.

Mijn derde een laatste stop op zo’n 6 km voor Dompu is de meest bjizondere van vandaag. Ik ben net een heuvel aan het beklimmen als een jonge moslima met de gebruikelijke vragen een praatje met mij begint. Vervolgens nodigt zij me uit om in de woning, die uit drie kamers bestaat, thee te drinken. Zij blijkt lerares aan de lagere school en geeft onder andere engels en aardsrijkskunde. Binnen de kortste keren is de woonkamer gevuld met familieleden van jong tot oud. Howel de conversatie de veilige onderwerpen beslaat, wordt toch over de corruptie van de politie geklaagd. Na de tweede kop thee wordt gevraagd of ik niet in de woning wil blijven slapen. Nurjanah, zo heet de lerares, biedt aan dat ik op een matras, of eventueel op de sofa kan blijven slapen. Dit aanbod sla ik beleefd af omdat ik besef dat het hebben van een buitenlandse gast toch voor het gastgezin de nodige offers vraagt -hoe graag men het ook aanbiedt- terwijl ik rijk genoeg ben om een hotel te kunnen betalen. Na het uitwisselen van adressen en het maken van de nodige familiefoto’s neem ik afscheid. Het laatste stuk naar Dompu stelt niet veel voor. Wel kost het wat moeite om hotel Wisma Samada vinden waar ik een standaard kamer met tafelventilator, mandi en westers toilet neem.